Update ZZP dossier n.a.v. advies van de AG in FNV-Uber.
Er zijn veel ontwikkelingen in het zzp-dossier en ze gaan snel. We geven graag een update, maar om goed te begrijpen waar we nu staan beginnen we bij het begin.
Hoe het begon
De term ‘Zelfstandige Zonder Personeel’ (ZZP’er) werd in de jaren ‘80 geïntroduceerd door de Belastingdienst. In 1988 waren er 1600, maar sindsdien steeg het aantal snel. In 2001 introduceerde het kabinet Kok de Verklaring arbeidsrelatie (VAR) waarmee zelfstandigen vooraf van de Belastingdienst duidelijkheid konden krijgen over de kwalificatie van hun inkomsten. In 2005 werd de werking van de VAR uitgebreid zodat ook opdrachtgevers van zelfstandigen de zekerheid kregen dat ze niet aangesproken zouden worden voor loonheffingen en premies. Daarna ging het snel. Het aantal ZZP’ers explodeerde en er ontstond veel misbruik.
Poging om de geest terug in de fles te krijgen
Om deze ontwikkeling in te dammen werd in mei 2016 de Wet DBA ingevoerd waarmee een einde werd gemaakt aan de VAR. Dit zorgde voor enorme onrust in de markt onder opdrachtgevers en ZZP’ers. Dit was in november 2016 aanleiding tot het instellen van een handhavingsmoratorium voor de Belastingdienst.
Taai dossier voor bewindspersonen
Sindsdien hebben meerdere bewindslieden gewerkt aan een oplossing. Dit heeft geleid tot het concept Wet VBAR dat inmiddels voor advies bij de Raad van State ligt. Het is onzeker of en in welke vorm deze wet er komt, maar in de tussentijd is wel alvast de herstart van de handhaving door de Belastingdienst aangekondigd. Vanaf 1 januari 2025 zal schijnzelfstandigheid weer worden aangepakt.
De rechtspraak geeft richting
Ondertussen zien we dat de rechtspraak over de beoordeling van arbeidsrelaties steeds eenduidiger wordt. In haar bekende Deliveroo uitspraak geeft de Hoge Raad 10 criteria voor de beoordeling van arbeidsrelaties, die daarna door lagere rechters vrij consistent worden toegepast. In dit licht kun je je afvragen of de Wet VBAR nog wel nodig is.
Welke rol speelt ondernemerschap
Een vraag die nog niet beantwoord is, kwam aan de orde in een procedure bij het Hof Amsterdam die vakorganisatie FNV heeft aangespannen tegen taxi app Uber. Hierbij ligt onder andere de vraag voor of het feit dat de taxichauffeurs zelfstandig ondernemers zijn, een rol behoort te spelen in de beoordeling van hun arbeidsrelatie ten opzichte van Uber. Gezien het maatschappelijk belang van deze vraag heeft het Hof prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad.
De visie van de AG
Onlangs bracht advocaat-generaal De Bock hierover haar advies uit. Zij stelt zich op het standpunt dat het “persoonlijk ondernemerschap” van, in dit geval, Uber-chauffeurs slechts een beperkte rol speelt in de kwalificatie van arbeidsrelaties. Het criterium “persoonlijk ondernemerschap” zou pas moeten worden meegenomen als de overige criteria uit het Deliveroo-arrest geen duidelijk antwoord geven op de vraag of er sprake is van een arbeidsovereenkomst of niet. Het van beperkte betekenis zijn van “persoonlijk ondernemerschap” sluit volgens AG De Bock aan bij het concept-voorstel Wet VBAR.
Volgt de Hoge Raad AG de Bock?
Of de Hoge Raad het advies van de AG zal volgen is onzeker. Vanuit LawyerlinQ menen we in ieder geval dat er goede redenen zijn om dat niet te doen.
Wij denken dat de AG in haar advies miskent dat het dwingendrechtelijke karakter van het arbeidsrecht gestoeld is op het feit dat het bedoeld is om ongelijkheid te compenseren en de zwakkere partij te beschermen. Met Stefan Sagel, advocaat van Uber, menen wij dat het cruciaal is om te bepalen met wat voor werkende je te maken hebt voor je het arbeidsrecht toepast.
De tweede kamer probeert de Belastingdienst bij te sturen
Wanneer de Hoge Raad uitspraak doet is onduidelijk. Wat wel zeker is dat de Belastingdienst vanaf 1 januari as. weer zal handhaven. In de tweede kamer zijn een aantal moties aangenomen die beogen een zachtere landing te bewerkstelligen bij het opheffen van het handhavingsmoratorium. De voornaamsten zien op het bij de handhaving focussen op kwetsbare groepen en op het voor 1 november as. publiceren van een duidelijk afwegingskader op de website van de Belastingdienst.
LawyerlinQ ontzorgt
Wij blijven de ontwikkelingen op de voet volgen en houden je op de hoogte. En uiteraard zullen we jullie organisatie blijven ontzorgen en ondersteunen bij het op rechtmatige wijze inzetten van hoogwaardige flexibele juridische capaciteit en expertise, ook als dat aanpassingen vraagt in contractering van zelfstandigen.
Werk je nog niet samen met LawyerlinQ, maar wil je toch jullie inhuurpraktijk toetsen? Aarzel niet en neem contact op voor een vrijblijvend gesprek over de beste aanpak vanaf 1 januari as.